Met de twee grootste boefjes uit de klas loop ik naar het lokaal van een collega aan de andere kant van het gebouw om de lamineermachine te halen. Axel en Ergu moeten met mij mee omdat ze anders de klas op stelten zetten. ‘Kijk,’ zegt Ergu tegen Axel en mij: ‘dit wil ik straks aan Elsa laten zien’ en hij haalt een briefje van vijftig uit zijn zak. Ik kijk verbaasd: ‘50 euro Ergu?’ Ik weet dat hij al een tijdje stapelverliefd is op Elsa. Dat kan als je zeven bent, ik heb het nu zelf gezien: Ergu en zijn beste vriendje Omar zijn dolverliefd op Elsa. Ergu haalt trots nog een briefje van vijftig uit zijn zak. En dan nog een. Ik schrik; ‘jeetje Ergu, dat is veel geld. Weten papa en mama dat je dit mee hebt?’ ‘Nee’ zegt Ergu, hij schrikt van mijn reactie en zijn bovenlip begint te trillen. ‘Dat weten ze niet, dat mogen ze niet weten, ze worden vast boos. Ik wilde het aan Omar en Elsa laten zien.’
Ik hurk naast hem. ‘Het is veel geld Ergu. Ik moet er even over nadenken wat we gaan doen.’ Hij huilt inmiddels heel hard. Weer terug in de klas laat ik hem even bij mij aan tafel zitten. Langzaam wordt hij rustiger. ‘Weet je Ergu, we doen het geld in een envelop, dan bewaar ik het voor je’ zeg ik. ‘Zo weet je zeker dat het niet kwijt raakt. En dan gaan we straks toch even mama bellen, zodat ze weet dat ik de envelop heb.’ Hij begint weer te huilen: ‘ze wordt boos op mij’ zegt hij weer.
In de pauze bel ik toch even met moeder. Ergu zit naast mij, ik zet de telefoon op de speaker. ‘Ergu is bang dat je boos wordt’ zeg ik tegen moeder. Moeder belooft Ergu niet boos te worden, als hij belooft dat hij het de volgende keer vraagt als hij geld uit zijn spaarpot wil pakken. ‘Weet je dat je met dat geld wel twee Playmobil kastelen kunt kopen?’ vraag ik. Zijn ogen worden groot en rond: ‘Is het echt zo veel juf?’ Dan klaart zijn gezicht op. ‘Dat vindt Elsa vast stoer. Mag ik het dan nu toch even aan haar laten zien?’ Dat mag.