Ik heb de pest in maar ik heb zenuwen. Zenuwen voor half augustus, als de school begint en ik de maandag en de dinsdag voor het eerst alleen voor de klas sta.
Negentien kinderen, ‘plus 1tje die voor 10 telt’ aldus mijn collega’s. Mijn laatste weken waren zwaar vond ik. De ‘lastige jongens’ roken bloed. Of zoals Rayan, de aanvoerder, zei: ‘Jij wilt toch juf worden? Ik help je zodat je goed kunt oefenen op moeilijke kinderen.’ En bedankt Rayan! Met Vladimir lukt het mij niet om een connectie te krijgen. Hij is te slim voor deze klas, maar ook druk, autistisch en adhd. Dus Vladimir is altijd overal en nergens. Gooit water over zijn tafeltje, is plotseling 10 minuten zoek, pakt zijn spullen niet, is altijd alles kwijt en wil niet doen wat ik zeg. Ik ben nog niet snel genoeg om dingen voor te zijn zodat ze niet kunnen ontploffen. Nog niet alert genoeg, nog te weinig overzicht. Die leraren-radar die aangaat zodat je onrust in de kiem kan smoren, ik kan niet wachten tot die aangroeit.
Die leraren-radar die aangaat zodat je onrust in de kiem kan smoren, ik kan niet wachten tot die aangroeit.
Ondertussen verbijt ik in de zomervakantie mijn zenuwen. Terug van drie weken Duitsland begint bij de grens alweer dat onrustige gevoel. Ik zou liever morgen starten dan over twee weken, dan is de spits er maar vast af. Ik lees wat boeken, over de gouden weken, over leraartruukjes en over klassenmanagement en probeer mijn zenuwen eraf te wandelen. Reikhalzend kijk ik uit naar de eerste dag dat ik kan beginnen in ‘mijn’ lokaal. Echt ellendig, die lange vakanties….